Skip to main content

Lean Literatuur - De ´harde´ Kant

Lean Literatuur overzicht

Er is veel literatuur beschikbaar over Lean, waarbij elk Lean boek zijn eigen focus heeft. In dit artikel wordt beschreven welke Lean boeken met focus op de ´harde´ kant van Lean ik heb gelezen en hoe de verschillende theorieen zich  ten opzichte van elkaar verhouden.

Dit artikel is opgedeeld in twee delen: Boeken die de technische kant van Lean belichten vanuit management niveau (1) en boeken die zich focussen op het implementeren van een of meerdere Lean Tools, op meer praktisch niveau (2).

 

BOEKEN OMTRENT DE TECHNISCHE KANT VAN LEAN wordt beschreven in onder anderen Het Doel (Goldratt, 1986), Lean Thinking (Womack & Jones, 1996) en de Goudmijn (Ballé & Ballé, 2010).

In Het Doel (Goldratt, 1986) wordt beschreven dat maximalisatie van machine output niet per definitie de meest efficiente productiemethode is. Variatie in machine doorlooptijd leidt tot voorraden tussen verschillende machines waardoor geld als het ware ´vast´ zit in een fabriek omdat geld geinvesteerd wordt in materialen, die pas terug verdiend wordt zodra een eindproduct aan de klant verkocht is. Om efficientie van het totale productieproces te optimaliseren dient alleen de output van de Bottleneck machine geoptimaliseerd te worden, aldus Goldratt.

In Lean Thinking (Womack & Jones, 1996), één van de eerste boeken waarin de term ´Lean´gebruikt wordt, worden vijf stappen beschreven om een productielijn te optimaliseren:

  • Definier waarde,
  • Focus op de de waarde stroom,
  • Creer Flow,
  • Implementeer Pull productie,
  • Streef naar Perfectie.

Principes 2 en 3 sluiten aan bij de theorie van Goldratt, waar volgens de auteurs producten zoveel mogeljik  in beweging moeten zijn om stilstaand kapitaal te voorkomen.
Het principe van waarde toevoegen betekent dat medewerkers (en machines) zich idealiter alleen bezig houden met activiteiten die voor de klant waarde toevoegend zijn.  
Het streven naar perfectie is de vertaling van Continu verbeteren, waar medewerkers continu proberen om het aantal niet waarde toevoegende actitiveiten te verminderen.
Het pullprincipe tot slot, betekent dat alleen geproduceerd wordt wat door de klant besteld is. Dit leidt ertoe dat de voorraad eindproducten zo klein mogelijk wordt.

De Goudmijn (Ballé & Ballé, 2010) is een derde voorbeeld van Lean door een technische bril bekeken, waarin door de auteurs 7 stappen voor Lean implementatie beschreven worden, die continu herhaald dienen te worden:

  1. Focus op interne uitval,
  2. Creëer flow ,
  3. Stabiliseer het proces met standaard werk,
  4. Implementeer genivelleerde pull-productie,
  5. Verklein batchgroottes van materiaal stromen,
  6. Verbeter het proces met kaizen,
  7. Verlaag de beschikbare middelen

Wederom wordt de focus op flow en Pull beschreven,  alleen worden in dit schrijven ook de thema´s Uitval, standaard werk, product nivellering en batchgroottes apart benoemt als stappen om flow te verbeteren en verspillingen te verminderen.
De zevende stap leit ertoe dat mensen opnieuw uitgedaagd worden om processen te verbeteren, door beschikbare middelen te verminderen.

 

BOEKEN OVER LEAN TOOLS zijn ook in grote getalen beschikbaar. Voorbeelden van boeken waar ik veel van teleerd heb zijn: Liquid Lean (Floyd, 2010), Learning to See (Rother & Shook, 1999) en Autonomous Maintenance Implementation (Tajiri, 1992)

Liquid Lean (Floyd, 2010) bevat een goede samenvatting van vier tools die in de proces industrie belangrijk zijn: SMED, Poka Yoke en Heijunka.
In de procesindustrie spelen machines een dus danig grote rol in de kosten ontwikkeling dat activiteiten om efficientie van machines te verbeteren automatisch bijdraagd aan het verbeteren van  flow tussen machines.

  • SMED wordt gebruikt om omsteltijden van machines te verkleinen waardoor omstellingen tot minder verliezen leiden. Hierbij wordt gekeken naar welke taken tijdens productie voorbereid kunnen worden, het vereenvoudigen van taken die ten kosten gaan van machine output.
  • Poke Yoke is het principe van voorkomen van fouten die door mensen gemaakt worden. Hierbij worden bijvoorbeeld visuele signalen gebruikt om aan te geven welk kabel in welke stekkerdoos hoort, of er worden wijzigingen aangebracht aan machines zodat er maar 1 mogelijke aansluitmogeljikheid van onderdelen is.
  • Heijunka, tot slot, beschrijft de tool die gebruikt wordt om de load in een fabriek te balanceren (stap 4 van Ballé en Ballé) om variatie in productiehoeveelheden te voorkomen. Genivelleerde werkhoeveelheden leidt ertoe dat capaciteiten van mens en machine beter gepland kunnen worden.

 

Learning to see (Rother & Shook, 1999) is het een boek dat als introductie voor waarde stroom analyse (Value Stream Mapping, (VSM)) gelezen kan worden. In dit boek wordt in detail beschreven hoe een VSM gemaakt kan worden. In een VSM worden zowel de productflow, informatieflow en de doorlooptijden vna beiden processen visueel gemaakt.
Er worden verschillende soort VSM beschreven:

  • De Current state map, Hoe is de situatie vandaag?
  • De Ideale state map, hoe ziet het proces er ideaal gezien uit in de toekomst? (5-10 jaar)
  • De Future state map, hoe ziet ons proces er over 1-2 jaar uit?

Door middel van de verschillende VSM´s  kunnen concrete Projecten, Kaizenevents of kleine verbeteringen gedefinieerd worden om de future state te bereiken.

 

Autonomous Maintenance Implementation (Tajiri, 1992) is hét boek wat geschreven is over Autonoom onderhoud als onderdeel van Total Productive Maintenance (TPM), waarin wordt beschreven:

  • Autonoom onderhoud in 7 stappen, waarin medewerkers steeds meer taken en verantwoordelijkheid krijgen in het onderhouden van machines (zie ook Lean Toolbox – Autonoom Onderhoud).
  • 6 grote machineverliezen, die gemeten worden in de Overall Equipment Effectiveness (OEE).
  • 5 grondoorzaken van machinestoringen waaruit  blijkt dat preventieve acties als schoonmaken en training van medewerkers een grote bijdrage aan machine efficientie heeft.

Deze lijst van literatuur is bij lange na nog niet uitgeput en vormen slechts een representatie van de boeken die ik lees tijdens mijn Lean reis. In dit artikel wordt de relatie en samenhang tussen verschillende bronnen beschreven wat mij helpt om de verschillende theorieen in perspectief te zien.

Ga Verder naar:

Lean Literatuur - De ´zachte´ Kant

BRONNEN:

Ballé, F., Ballé, M.,2005, De Goudmijn - een Roman over Lean Transformatie, Driebergen (NL): Lean Management Instituut (samenvatting)

Floyd, R.C., 2010, Liquid Lean: Developing Lean Culture in the Process Industries, Productivity Press (samenvatting)

Goldratt, E.M, 1986, Het doel - Een Proces van Voortdurende Verbetering, Utrecht (NL): Spectrum (samenvatting)

Rother, M., Shook, J., 1999, Learning To See - Value Stream Mapping to Create Value and Eliminate Muda, Brookline, Massachusetts: Lean Enterprise Institute (samenvatting)

Tajiri, M. & Gotoh, F., 1992, TPM Implementation – A Japanese Approach, New York: McGraw Hill (samenvatting)

Womack, J.P., Jones, D.T., 1996, Lean Thinking - Banish Waste and Create Wealth in your Corporation, New york: Free Press (samenvatting)